Menu
Menu
Zindelijkheidstraining is een van de meest tijdrovende gebeurtenissen wanneer je een pup in huis neemt. Je kan het geluk hebben dat je pup al ver heen zindelijk is, maar de training kan ook zo maanden duren. Het is geen training die je even kan laten zitten omdat je er nu geen tijd voor hebt of behoefte aan hebt. Maar, het loont om tijd in de zindelijkheidstraining te stoppen. Hoe pak je dit eigenlijk aan?
Als eerste is het heel erg belangrijk om niet te straffen wanneer het mis gaat. Regelmatig hoor je nog dat je een ongelukje moet straffen door de pup met zijn neusje in zijn eigen ontlasting te duwen. Zowel wanneer je het ziet gebeuren als wanneer je thuis komt en ergens een plasje ontdekt. Dit is zeker niet aan te raden en werkt juist averechts. De pup legt niet de link met de behandeling en het plassen. Hij zal de straf sneller gaan linken aan de plaats of aan jou. Hierdoor kan de pup bang worden om een plasje te doen als jij in de buurt bent, zowel binnen als buiten.
Ook op een andere manier straffen kan je beter niet doen. Ook hier leggen puppy’s de link vaak niet tussen het straffen en het gewenste gedrag. Sommige honden zullen zelfs aangemoedigd worden door straf. Met straf geef je namelijk negatieve aandacht, en negatieve aandacht is ook aandacht. Hierdoor kan je onbedoeld ongewenst gedrag aanleren. Wanneer de hond een ongelukje heeft gehad reageer dan niet op de hond maar ruim zijn behoefte op. Wanneer je jouw pup betrapt tijdens een ongelukje, pak hem dan op en breng hem naar buiten.
Maar hoe train je jouw pup dan wel om zindelijk te zijn? Als het goed is, is de fokker hier al mee begonnen. Jonge pups leren al vrij snel in het nest om buiten het nest hun behoefte te doen. Dit is de start van het zindelijk worden. Een pup die bij de fokker geleerd heeft om zijn eigen nest te bevuilen zal veel moeilijker zindelijk worden.
Zindelijkheidstraining is eigenlijk het voorkomen van ongelukjes. Het is daarom erg belangrijk om een pup goed uit te laten. Doe dit in elk geval na het spelen, eten en slapen. Dat zijn momenten waarop een pup bijna altijd een plasje moet. Daarnaast moet je bij een jongere pup nog vaker gaan. Een puppy van acht weken kan gemiddeld maar 2 uur zijn behoefte ophouden.
Een pup die piept wilt iets communiceren. Een van de mogelijkheden is dat hij uit moet. Ook wanneer je puppy onrustig door het huis begint te lopen en te draaien of wanneer hij voor de deur gaat staan kan hij zijn behoefte moeten doen. Ga dan zo snel mogelijk met je pup naar buiten. Het is dus belangrijk om goed op je pup te letten, zodat je begrijpt wat hij communiceert.
Wanneer je naar buiten gaat met je pup zal hij waarschijnlijk zijn behoefte doen. Het is belangrijk om je pup te belonen als hij buiten zijn behoefte doet. Hierdoor leert hij te begrijpen dat dit het gewenste gedrag is. Wanneer je het gedrag ook benoemd leert de hond de connectie tussen de twee.
Sommige jongen honden doen kleine plasjes wanneer er iets opwindends of spannends gebeurt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het aankomen van bezoek. Deze plasjes worden ook wel deemoedsplasjes genoemd. Je hond is dus niet onzindelijk, maar gespannen. Als dit gebeurd wanneer er bezoek komt is het de zaak dat het bezoek de hond negeert. Hierdoor wordt de hond als het goed is minder zenuwachtig en kan hij zijn rust vinden. Ook zou een pup in principe over zijn deemoedsplasjes heen moeten groeien. Blijft dit een probleem, dan is het verstandig om een gedragsdeskundige in te schakelen.
Is je pup al een half jaar oud, maar nog niet zindelijk? Dan is het tijd om een dierenarts te raadplegen, om een lichamelijke oorzaak uit te sluiten. Wil je meer tips of begeleiding bij de (zindelijkheids)training van je pup? Zoek dan een professionele trainer bij jou in de buurt.